waar gaat het over?
het gaat over een plek die stil is blijven staan
het gaat over een grijze dame in een bruidsjurk
het gaat over een man die zijn bed door zijn buik kon zien
het gaat over een pulse die nooit stopt
het gaat over een jongen die tegen de stroom ingaat
het gaat over een klein tentje dat naar voren loopt
het gaat over een meneer die er niet is
het gaat over twee spelende meisjes en een lege koffer
het gaat over een jongen die te veel haar heeft
het gaat over wie hier is en nu is
het gaat over mezelf
Wat is de titel van het stuk? Wat betekent die? Wat zegt die over de thematiek?
De titel van het stuk is Het gaat over en dit kan volgens mij op twee verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Bij de eerste betekenis moet er steeds iets bij gezegd worden. In de betekenis van ‘het vertelt het verhaal over …’ Hierboven zie je al enkele zaken waarover HET gaat. Lucas Vandervorst geeft aan het begin van het stuk een monoloog, waarin hij een opsomming geeft waarover het gaat. Daarna komen zowel oude mensen als jonge kinderen naar voren op de witte loper met verschillende attributen en kostuums. Ze beelden allemaal iets uit. Dit wordt nog een keer herhaald. Vandervorst sluit het stuk af met een kortere monoloog waarbij hij eindigt met de zin:
waar gaar het over?
het gaat over groter en groter worden, als je uit de verte aankomt.
De tweede betekenis is volgens mij dat alles tot een einde komt; het leven, de tijd … Alles gaat ooit over. Dit wordt ook getoond door zowel jonge kinderen als oudere mensen te gebruiken. Dat de tijd ‘over gaat’ wordt voor mij nog eens extra in de verf gezet door het kleine meisje dat steeds van helemaal achteraan de witte loper naar voren komt gewandeld met een steen en die dan vooraan op de berg stenen die er al lag komt leggen. Dit heeft voor mij een soort zandlopereffect. Het zou volgens mij nog duidelijker zijn, moesten de stenen van links naar recht gedragen worden, maar aangezien iedereen over de witte loper wandelt, lijkt het mij ook wel logisch dat het kleine meisje hun voorbeeld volgt.
Mikt de opvoering op een specifieke doelgroep?
Op de achterzijde van de flyer staat dat de voorstelling voor volwassenen en (hun) (klein)kinderen vanaf 10 jaar bedoeld is. In het stuk worden er dan wel acteurs van alle leeftijden gebruikt, toch vind ik de doelgroep een beetje te ruim genomen. Ik denk dat kinderen van 10 jaar ten eerste niets zouden begrijpen van het stuk en ten tweede erg verveeld zouden raken na 10 minuten.
Welk hoofdconflict wordt er uitgewerkt? Tussen wie speelt dat conflict zich af?
In dit toneel is het hoofdconflict een conflict tussen tijd en leven. De tijd gaat zo snel voorbij dat ook ons leven aan een sneltempo aan ons voorbij gaat. Heden, verleden en de toekomst komen met elkaar in contact in dit stuk. Over de witte loper komen en gaan kinderen en oudere mensen die verschillende taferelen uitbeelden die Lucas Vandervorst al aanhaalde in zijn monoloog. Na de monoloog gaat hij langs de linkerzijde van de witte loper staan of gehurkt zitten en kijkt hij naar het leven dat hem passeert.
Hoe maken de proxemiek en gestiek (groepering en beweging van personages) de onderlinge verhoudingen zichtbaar?
De mensen die over de witte loper wandelen doen dit soms helemaal alleen, maar vaak lopen ze ook in groep. Ze staan dan heel dicht tegen elkaar aan en komen langzaamaan naar voren gewandeld. Dat ze zo dicht tegen elkaar staan, maakt voor mij duidelijk dat ze echt als groep gezien moeten worden, eerder dan als individu. Als groep staan ze sterker in het leven.
Over de gestiek valt ook iets te zeggen. Meestal wandelden de acteurs gewoon heel neutraal zonder al te veel speciale bewegingen naar voren, maar bij enkele stukken hoorden gewoonweg bewegingen. Eén van de eerste passages van de acteurs was er één met veel bewegingen. Een groep van een tiental oudere dames, van wie het gezicht niet zichtbaar was, kwam al dansend naar voren. Ze maakten allemaal dezelfde bewegingen en hier was het weer duidelijk dat de groep centraal stond.
Telkens wanneer Lucas Vandervorst klaar was met zijn monoloog ging hij gehurkt naast de witte loper zitten. Het leek alsof hij alles in goede banen leidde. Hij gaf aanwijzingen en wees naar waar de kinderen moesten gaan. Hij hielp ook een meisje dat de witte loper moest opruimen nadat ze zelf grote stukken confetti in de lucht had gegooid. Vandervorst leek wel een soort beschermvader of ceremoniemeester. Uit zijn handelingen kon je afleiden dat hij de belangrijkste figuur was van dit theaterstuk.
Met betrekking tot de gezichtsuitdrukking van de acteurs kan ik zeggen dat de acteurs vaak neutrale blikken hadden. Vooraan bleven ze steeds enkele seconden staan en keken in het publiek. Soms glimlachten ze, maar vaak bleef dezelfde neutrale of zelfs triestige blik behouden.
Het meisje dat de stenen telkens naar voren bracht, keek met bewondering naar de mensen op de witte loper. Wanneer ze de steen had neergelegd vooraan op het podium keek ze naar de mensen in het publiek met een boze blik. Het leek alsof ze wilde zeggen: ‘Kijk niet naar mij!’.
In hoeverre draagt de belichting bij tot het geheel?
Het stuk begon met Lucas Vandervorst die vooraan een monoloog gaf. Wanneer hij aan het woord was, was er een spot enkel en alleen op hem gericht. De andere acteurs bevonden zich achteraan aan weerzijden van de witte loper. Wanneer Vandervorst klaar is met zijn monoloog gaat hij zoals gezegd lang de linkerzijde van de loper zitten en nu wordt de volledige loper belicht. De belichting heeft meer een koud witte kleur dan een warm witte. Dit zet de witte loper nog eens extra in de kijker.
Wat vind je van de voorstelling in zijn geheel? Geef een genuanceerd en onderbouwd antwoord.
Toen we naar de voorstelling gingen wist niemand van ons waarover het zou gaan. De titel zei niet veel en de beschrijving vonden we vrij vaag. Toch waren we erg nieuwsgierig en besloten enkele van ons uit de b-groep van Nederlands naar het Paleis te trekken.
Bij het binnenkomen zagen we een enorm groot podium met een witte loper die helemaal tot achteraan reikte. Iets na 20u stond er een man vooraan met een spot op hem gericht. Hij begon te praten en het werd meteen duidelijk dat hij hier een monoloog opvoerde. Wanneer hij klaar was, kwamen een voor een mensen in groep of alleen over de witte loper gewandeld. Bij sommige passages van de acteurs kon ik niet zeggen wat ze probeerden uit te beelden, bij sommige ging dat dan weer wel en was het heel duidelijk.
Toen het stuk voorbij was, was ik een beetje in de war. Het voelde alsof ik er niks van begrepen had. Alles was erg abstract en ik kon helemaal geen betekenis aan het stuk geven. Ook al was alles erg abstract mijn aandacht was wel de hele tijd bij het stuk. Bij andere toneelstukken heb ik al vaak ondervonden dat mijn aandacht wegebt naarmate het stuk langer en langer duurt. Hier was dat helemaal niet het geval. Ik kon ook niet zeggen of ik het goed vond of helemaal niet. Dit vond ik een erg vreemd gevoel en ik had het nog nooit gevoeld na een theaterstuk. Ik denk dat Laura, Daphne en Leen dat ook enigszins voelden.
Het toneelstuk duurde slechts 1 uur. Ik zei nog tegen de anderen: ‘Dat was wel erg kort.’, maar langer had het zeker niet mogen duren. Dan zou het echt te langdradig zijn en zouden veel mensen, waaronder mezelf, hun aandacht verliezen.
Over het algemeen kan ik besluiten dat ik het erg speciaal vond en de abstractie wel enigszins kon appreciëren. Ik kan zeker zeggen dat ik nog nooit iets gelijkaardigs gezien heb.